Daar zit ik, op een box, waar ik net mijn 3e rondje van 30 boxjumps op heb gedaan. Ik hoor je denken, boxjumps? Ik kende ze ook amper, samen met barbell squats, battle ropes en russian twists. Maar sinds deze training weet ik er alles van…
‘When you feel like you’re done, you can always do ten more’ – unknown (zou zomaar uit een foute reality soap kunnen komen)
Terug naar de box, ik zit daar dus – niet in gevecht met de oefening maar met mijn hoofd.
Ik moet namelijk nog een rondje, dan is dit onderdeel en de gehele training klaar. Een rondje maar! ‘Zullen we maar stoppen? Of denk je dat je dat laatste rondje nog aan kan?’, vraagt de beul (hij gaat ook wel onder de titel personal trainer). Die vraag helpt me niet, hij legt de vinger op de zere plek. De stem in mijn hoofd zegt:’wat een slapjanus, je kunt dit ook eigenlijk niet. Dacht je echt dat je fit was? Stop maar, want afmaken red je toch niet’.
Dit is geen zielig verhaal over een meisje dat ging sporten en het niet vol hield, in tegendeel, het gaat over de relatie tussen het koppie en de body, aka je lijf en je brein. Want je hoofd zegt soms dat je het echt niet meer red, terwijl je lijf nog best wat zou kunnen. Zit de groei immers niet op of na de momenten dat het pijn doet?
‘When you feel like you’re done, you can always do ten more’, herinnert mijn hoofd mij aan. En nog een heel aantal andere cliches en songteksten. Ik wil het afmaken, ik wil weerstand bieden tegen die stem. Ik bedoel, ik adem nog, ik zit nog en de misselijkheid is nog onder controle te houden.
Terug naar die box, ik heb nog steeds een mentale strijd met mezelf die me waarschijnlijk al meer energie heeft gekost dan die laatste ronde had gedaan als ik die meteen afgemaakt had. Side note: dit hele verhaal speelt zich al binnen enkele minuten (soms zelfs enkele seconden) in mijn hoofd af.
‘Zal ik het maar opruimen?’, vraagt de beul. Hij heeft iets te goed opgelet tijdens zijn lessen sportpsychologie, want uiteraard triggert dit iets en zeg ik:’nee, ik maak het af.’
Het laatste rondje, op mijn tandvlees, met mijn laatste energie en kracht, maar wel afgemaakt! Voldaan, trots en sterk, dat is wat ik daarna voel – vooral in mijn lijf. Want dat brein moest nog even bijkomen.
Op de terugweg naar huis zit er een deuntje in mijn hoofd;’You might as well jump, go ahead and jump, jump’ (Jump – Van Halen). Een goeie reminder voor de volgende keer.
Brechje schrijft vanaf januari 2019 een serie over je lijf en je brein, soms zelf en soms in gesprek met anderen. Vind je het leuk? Volg dan de social media kanalen en de website vanaf januari!